Tijdens de lezing van prof Erik Scherder in Leeuwarden op 29 april 2016 legt hij nog maar eens uit hoe simpel het eigenlijk allemaal is: “Biedt kinderen iets nieuws aan wat interessant of uitdagend is en de hersenen gaan aan het werk. Er vindt ontwikkeling in de hersenstructuren plaats. Dat geldt voor alle kennisgebieden en voor alle leeftijden tot vijfentwintig jaar”.
De laatste jaren is er veel geleerd over het functioneren en het ontwikkelen van de hersenen. Uiteindelijk zijn de hersenen het communicatiecentrum van waaruit alle acties en bewegingen plaatsvinden. Als er geen signalen vanuit de hersenen worden gegeven, doet je lichaam niets. Voor het stappen op een traptrede hebben de hersenen in een milliseconde een plan bedacht, welke spieren op welk moment en met hoeveel kracht actief moeten zijn. Door activiteiten te oefenen ontwerpen de hersenen patronen, een serie aaneengeschakelde hersencellen die bij een bepaalde beweging als een geheel actief zijn. Dat betekent ook dat het leren van vaardigheden, zowel cognitieve as motorische vaardigheden, gericht moet zijn op de veranderingen in de hersenen. Hoe ziet een onderwijsprogramma eruit als niet de vaardigheid, maar de ontwikkeling van de hersenen centraal staat. Het blijkt er verrassend eenvoudiger door te worden.